Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 89:29-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

29. Voor altoos zal Ik jegens hem mijn goedertierenheid bewarenen mijn verbond zal voor hem vast blijven;

30. zijn nakroost zal Ik voor immer doen voortbestaan,en zijn troon als de dagen des hemels.

31. Indien zijn zonen mijn wet verlaten,en niet naar mijn verordeningen wandelen;

32. indien zij mijn inzettingen ontwijden,en mijn geboden niet onderhouden,

33. dan zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken,en hun ongerechtigheid met plagen;

34. maar mijn goedertierenheid zal Ik hem niet onthouden,mijn trouw zal Ik niet verloochenen,

35. mijn verbond zal Ik niet ontwijden,noch veranderen wat over mijn lippen gekomen is.

36. Eenmaal heb Ik bij mijn heiligheid gezworen:Hoe zou Ik tegenover David liegen!

37. Zijn nakroost zal voor altoos bestaan,zijn troon zal als de zon vóór Mij zijn;

Lees verder hoofdstuk Psalmen 89