Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 7:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een klaaglied van David, dat hij de Here gezongen heeft om de woorden van de Benjaminiet Kus.

2. Here, mijn God, bij U schuil ik,verlos mij van al mijn vervolgers en red mij,

3. opdat hij niet als een leeuw mij verscheure,wegslepe, zonder dat iemand redt.

4. Here, mijn God, indien ik dàt gedaan heb,indien er onrecht kleeft aan mijn handen,

5. indien ik hem kwaad gedaan heb, die vrede met mij had,– ja, ik heb hem gered, die mij zonder oorzaak benauwde –

6. dan moge de vijand mij vervolgen en achterhalen,en mijn leven ter aarde vertreden,en mijn ziel nederwerpen in het stof. sela

7. Sta op, Here, in uw toorn,verhef U tegen de woede van hen die mij benauwen,waak op tot mijn hulp, Gij, die het recht verordent.

8. Dan moge de vergadering der natiën U omringen;keer weder boven haar naar den hoge.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 7