Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 69:24-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. Laten hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien,doe hun lendenen bestendig wankelen;

25. stort over hen uw gramschap uit,en de gloed van uw toorn achterhale hen.

26. Hun kamp worde tot woestenij,in hun tenten zij geen bewoner.

27. Want wie Gij hebt geslagen, vervolgen zij,zij doen verhalen over de smart der door U gewonden.

28. Voeg schuld bij hun schuld,zodat zij niet komen tot uw rechtvaardiging.

29. Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd,met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven.

30. Maar ik ben ellendig en in smart,uw heil, o God, bescherme mij.

31. Ik zal de naam van God prijzen met een lied,Hem verheerlijken met een lofzang;

Lees verder hoofdstuk Psalmen 69