Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 68:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Voor de koorleider. Van David. Een psalm. Een lied.

2. God staat op, zijn vijanden worden verstrooid,zijn haters vluchten voor zijn aangezicht.

3. Gelijk rook verdreven wordt, verdrijft Gij hen;gelijk was smelt voor het vuur,zo vergaan de goddelozen voor Gods aangezicht.

4. Maar de rechtvaardigen verheugen zich,zij juichen voor Gods aangezichten zijn blijde met vreugdebetoon.

5. Zingt Gode, psalmzingt zijn naam,baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 68