Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 62:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Hoelang zult gij op een man aanstormen?Gij allen zult omvergestoten wordenals een hellende wand, een neerstortende muur.

5. Waarlijk, zij beraadslagenom hem van zijn hoogte af te stoten,zij scheppen behagen in leugen;zij zegenen met hun mond,maar in hun binnenste vloeken zij. sela

6. Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God,want van Hem is mijn verwachting;

7. waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn burcht, ik zal niet wankelen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 62