19. De offeranden Gods zijn een verbroken geest;een verbroken en verbrijzeld hartveracht Gij niet, o God.
20. Doe wèl aan Sion naar uw welbehagen,bouw de muren van Jeruzalem.
21. Dan zult Gij behagen hebben in offers naar de eis,brandoffers in hun geheel gebracht;dan zal men stieren op uw altaar offeren.