Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 41:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Voor de koorleider. Een psalm van David.

2. Welzalig hij die acht slaat op de geringe;ten dage des onheils zal de Here hem uitkomst geven;

3. de Here zal hem behoeden en hem in het leven behouden;hij zal geprezen worden op aarde;aan de lust van zijn vijanden geeft Gij hem niet prijs.

4. De Here steunt hem op het ziekbed,in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede.

5. Ik zeide: Here, wees mij genadig,genees mij, want tegen U heb ik gezondigd.

6. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij:Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan?

7. Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid,zijn hart verzamelt boosheid,hij gaat het op straat vertellen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 41