4. Niets is meer gezond aan mijn vlees vanwege uw gramschap,niets is heel aan mijn gebeente vanwege mijn zonde;
5. want mijn ongerechtigheden zijn over mijn hoofd gegaan,als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.
6. Mijn wonden stinken, zij etterenvanwege mijn verdwaasdheid;
7. ik ben gebogen, zeer diep gebukt,ik ga de ganse dag in het zwart.
8. Want mijn lendenen zijn vol ontsteking,niets is meer gezond aan mijn vlees;
9. ik ben uitgeput, volslagen verbrijzeld,ik brul het uit vanwege het bonzen van mijn hart.
10. Here, al mijn verlangen ligt voor U open,mijn zuchten is voor U niet verborgen;