1. Van David. Een leerdicht.Welzalig hij, wiens overtreding vergeven,wiens zonde bedekt is;
2. welzalig de mens,wie de Here de ongerechtigheid niet toerekent,en in wiens geest geen bedrog is.
3. Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente wegonder mijn gejammer de ganse dag;