Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 21:8-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Want de koning vertrouwt op de Hereen door de goedertierenheid des Allerhoogstenwankelt hij niet.

9. Uw hand zal al uw vijanden vinden,uw rechterhand zal uw haters vinden.

10. Gij zult hen maken als een vurige oventen tijde dat Gij verschijnt, o Here.In zijn toorn zal Hij hen verslinden,en het vuur zal hen verteren;

11. hun kroost zult Gij van de aarde verdelgenen hun nageslacht uit de mensenkinderen.

12. Als zij onheil over u willen brengen,boze plannen beramen, vermogen zij niets.

13. Ja, Gij zult hen de rug doen keren,met de pees van uw boog legt Gij aan op hun gelaat.

14. Verhef U, o Here, in uw kracht,wij willen uw sterkte met psalmen bezingen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 21