Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 18:16-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Toen werden de beddingen der wateren zichtbaaren de grondvesten der wereld kwamen blootvanwege uw dreigen, o Here,vanwege het blazen van de adem van uw neus.

17. Hij reikte van omhoog, greep mij,trok mij op uit grote wateren.

18. Hij ontrukte mij aan mijn machtige vijand,en aan mijn haters, omdat zij sterker waren dan ik.

19. Zij traden mij in de weg ten dage van mijn ongeluk,maar de Here was mij tot steun;

20. Hij leidde mij uit in de ruimte.Hij redde mij, omdat Hij welgevallen aan mij had.

21. De Here deed mij naar mijn gerechtigheid,naar de reinheid mijner handen vergold Hij mij,

22. want ik heb de wegen des Heren gehoudenen ben niet goddeloos afgeweken van mijn God.

23. Want al zijn verordeningen stonden mij voor ogenen zijn inzettingen deed ik niet van mij weg,

24. maar ik was onberispelijk jegens Hem,en wachtte mij voor ongerechtigheid.

25. De Here heeft mij vergolden naar mijn gerechtigheid,naar de reinheid mijner handen vóór zijn ogen.

26. Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw,jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk,

27. jegens de reine toont Gij U rein,maar jegens de verkeerde toont Gij U een tegenstander.

28. Gij toch verlost het ellendige volken vernedert de hovaardige ogen.

29. Gij toch doet mijn lamp schijnen,de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 18