Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 145:10-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Al uw werken zullen U loven, Here,uw gunstgenoten zullen U prijzen;

11. zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap sprekenen van uw mogendheid gewagen,

12. om de mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigenen de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap.

13. Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen,uw heerschappij is over alle geslachten.

14. De Here schraagt allen die vallen,Hij richt alle gebogenen op.

15. Aller ogen wachten op U,en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze;

16. Gij doet uw hand openen verzadigt met welbehagen al wat leeft.

17. De Here is rechtvaardig in al zijn wegen,goedertieren in al zijn werken.

18. De Here is nabij allen die Hem aanroepen,allen die Hem aanroepen in waarheid.

19. Hij vervult de wens van wie Hem vrezen,Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen.

20. De Here bewaart allen die Hem liefhebben,maar Hij verdelgt alle goddelozen.

21. Mijn mond zal van de lof des Heren spreken,en al wat leeft, zal zijn heilige naam prijzenvoor altoos en immer.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 145