hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 143 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Bede om redding en lering

1. Een psalm van David.O Here, hoor mijn gebed,neem mijn smekingen ter ore;antwoord mij naar uw trouw,naar uw gerechtigheid;

1Een psalm van David.

2. ga niet in het gericht met uw knecht,want niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.

3. Want de vijand vervolgt mijn ziel,hij vertreedt mijn leven ter aarde,hij doet mij wonen in duisternis,aan hen gelijk, die voorlang gestorven zijn.

4. Daarom versmacht mijn geest in mij,mijn hart is ontsteld in mijn binnenste.

5. Ik gedenk aan de dagen van ouds,ik overpeins al uw daden,ik overdenk de werken uwer handen.

6. Ik strek mijn handen tot U uit,mijn ziel smacht naar U als een dorstig land. sela

7. Antwoord mij haastelijk, Here, mijn geest bezwijkt,verberg uw aangezicht niet voor mij,opdat ik niet worde als wie in de groeve neerdalen.

8. Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen,want ik vertrouw op U;maak mij de weg bekend, die ik gaan moet,want tot U hef ik mijn ziel op.

9. Red mij van mijn vijanden, Here,tot U vlucht ik.

10. Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God,uw goede Geest geleide mij in een effen land.

11. Om uws naams wil, Here, behoud mij in het leven,voer naar uw gerechtigheid mijn ziel uit de benauwdheid,

12. verdelg mijn vijanden naar uw goedertierenheid,en richt te gronde allen die mij benauwen,want ik ben uw knecht.