Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 142:3-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. ik stort mijn klacht voor zijn aangezicht uit,ik maak Hem mijn benauwdheid bekend.

4. Wanneer mijn geest in mij versmacht,kent Gij mijn pad.Op de weg die ik ga,verbergen zij mij een strik;

5. schouw ik naar rechts en zie ik uit –niemand ziet naar mij om;is mij de toevlucht ontvallen –niemand vraagt naar mij.

6. Tot U roep ik, Here;ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats,mijn deel in het land der levenden.

7. Sla acht op mijn smeken,want ik ben zeer verzwakt;red mij van mijn vervolgers,want zij zijn sterker dan ik.

8. Voer mij uit de kerker,opdat ik uw naam love;de rechtvaardigen zullen mij omringen,wanneer Gij mij weldoet.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 142