Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 140:8-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Here Here, Sterkte mijner verlossing,Gij beschermt mijn hoofd ten dage van de strijd.

9. O Here, willig de begeerten van de goddeloze niet in,laat zijn aanslag niet gelukken,wanneer zij zich verheffen. sela

10. Het venijn van wie mij omringen,het onheil van hun lippen moge hen overdekken,

11. gloeiende kolen mogen op hen neerdalen.Hij doe hen vallen in het vuur, in kuilen,zodat zij niet weder opstaan.

12. De kwaadspreker moge niet bestaan in het land,het onheil vange ijlings de man van het geweld.

13. Ik weet, dat de Here het geding van de ellendige berecht,de pleitzaak der armen.

14. Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven,de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 140