Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 137:4-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Hoe zouden wij des Heren lied zingenop vreemde grond?

5. Indien ik u vergete, o Jeruzalem,zo vergete (mij) mijn rechterhand;

6. mijn tong kleve aan mijn verhemelte,als ik uwer niet gedenk,als ik Jeruzalem niet verhefboven mijn hoogste vreugde.

7. Reken, o Here, de kinderen Edomsde dag van Jeruzalem toe;hun die zeiden: Breekt af, breekt af,tot op de grond ermee!

8. Gij, dochter van Babel, ter verwoesting bestemde,gelukkig hij, die u zal vergeldenhetgeen gij ons hebt aangedaan;

9. gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpenen tegen de rots verpletteren.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 137