4. Aanschouw toch, antwoord mij, Here, mijn God!Verlicht mijn ogen, opdat ik niet inslape ten dode;
5. opdat mijn vijand niet zegge: Ik heb hem overmocht;opdat mijn tegenstanders niet juichen, wanneer ik wankel.
6. Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid,over uw verlossing juicht mijn hart.Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan.