Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:87-97 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

87. Bijna hebben zij mij op aarde verdelgd,maar ik heb uw bevelen niet verlaten.

88. Maak mij levend naar uw goedertierenheid,opdat ik de getuigenis van uw mond onderhoude.

89. Voor eeuwig, o Here,houdt uw woord stand in de hemelen.

90. Van geslacht tot geslacht is uw trouw,Gij hebt de aarde gegrond, zodat zij staat;

91. naar uw verordeningen staan zij heden ten dage,want zij alle zijn uw knechten.

92. Ware uw wet niet mijn verlustiging geweest,dan was ik vergaan in mijn ellende.

93. Nimmer zal ik uw bevelen vergeten,want door deze hebt Gij mij levend gemaakt.

94. Ik ben de uwe, verlos mij,want ik zoek uw bevelen.

95. Goddelozen loeren erop mij te verderven;ik geef acht op uw getuigenissen.

96. Aan alles, hoe volkomen ook, heb ik een einde gezien,maar uw gebod is onbegrensd.

97. Hoe lief heb ik uw wet!Zij is mijn overdenking de ganse dag.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119