Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:34-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

34. Geef mij verstand, dan zal ik uw wet bewaren,en haar van ganser harte onderhouden.

35. Doe mij het pad uwer geboden betreden,want daarin heb ik lust.

36. Neig mijn hart tot uw getuigenissenen niet tot winstbejag.

37. Wend mijn ogen af, zodat zij geen ijdele dingen zien,maak mij levend door uw wegen.

38. Bevestig uw belofte aan uw knecht,die uw vreze toegedaan is.

39. Wend mijn smaadheid af, die ik vrees,want uw verordeningen zijn goed.

40. Zie, naar uw bevelen verlang ik,maak mij levend door uw gerechtigheid.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119