Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:165-176 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

165. Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede,er is voor hen geen struikelblok.

166. Op uw heil hoop ik, o Here,en uw geboden doe ik.

167. Mijn ziel onderhoudt uw getuigenissen,ik heb ze hartelijk lief.

168. Uw bevelen en uw getuigenissen onderhoud ik,want al mijn wegen zijn vóór U.

169. Mijn geroep nadere voor uw aanschijn, o Here;geef mij verstand naar uw woord.

170. Mijn smeking kome voor uw aanschijn,red mij naar uw belofte.

171. Mijn lippen zullen overvloeien van lof,want Gij zult mij uw inzettingen leren.

172. Mijn tong zal uw woord bezingen,want al uw geboden zijn gerechtigheid.

173. Uw hand zij mij ter hulpe,want uw bevelen heb ik verkozen.

174. Naar uw heil verlang ik, o Here,uw wet is mijn verlustiging.

175. Mijn ziel leve, en love U,mogen uw verordeningen mij helpen.

176. Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht,want uw geboden vergeet ik niet.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119