Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:135-146 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

135. Doe uw aanschijn lichten over uw knecht,en leer mij uw inzettingen.

136. Mijn ogen vloeien als waterbeken,omdat men uw wet niet onderhoudt.

137. Gij zijt rechtvaardig, Here;uw verordeningen zijn waarachtig.

138. In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen gebodenen in grote trouw.

139. Mijn ijver verteert mij,omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten.

140. Uw woord is geheel gelouterd,uw knecht heeft het lief.

141. Ik ben klein en veracht,uw bevelen vergeet ik niet.

142. Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig,en uw wet is waarheid.

143. Treffen mij nood en verdrukking,dan zijn uw geboden mijn verlustiging.

144. Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig;geef mij verstand, opdat ik leve.

145. Ik roep van ganser harte; antwoord mij, Here;uw inzettingen zal ik bewaren.

146. Ik roep U aan; verlos mij,dan zal ik uw getuigenissen onderhouden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119