Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 118:3-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Laat het huis van Aäron nu zeggen:Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

4. Laat wie de Here vrezen, nu zeggen:Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

5. Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen,de Here heeft mij geantwoorden mij in de ruimte gesteld.

6. De Here is met mij, ik zal niet vrezen;wat zou een mens mij doen?

7. De Here is met mij, onder mijn helpers,daarom zal ik op mijn haters neerzien.

8. Het is beter bij de Here te schuilendan op mensen te vertrouwen;

9. het is beter bij de Here te schuilendan op edelen te vertrouwen.

10. Alle volken omringden mij –in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen;

11. zij omringden mij, ja, zij omsingelden mij –in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen;

12. zij omringden mij als bijen,zij werden als een doornenvuur uitgeblust –in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen.

13. Gij hadt mij wel duchtig gestoten, tot vallens toe,maar de Here heeft mij geholpen.

14. De Here is mijn sterkte en mijn psalm,Hij is mij tot heil geweest.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 118