Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 112:5-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent,die zijn zaken recht behartigt;

6. want hij zal nimmer wankelen,tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn.

7. Voor een kwaad gerucht zal hij niet vrezen,zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de Here;

8. zijn hart is standvastig, hij vreest niet,terwijl hij met vreugde op zijn vijanden ziet.

9. Hij deelt uit, hij geeft aan de armen,zijn gerechtigheid houdt voor immer stand,zijn hoorn verheft zich in ere.

10. De goddeloze ziet het en ergert zich,hij knarst met de tanden en wordt verteerd;de begeerte der goddelozen gaat teniet.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 112