3. met woorden van haat omringen zij mijen zij bestrijden mij zonder oorzaak;
4. tot loon voor mijn liefde weerstaan zij mij,maar ik ben een en al gebed;
5. zij laden kwaad op mij in plaats van goed,en haat tot loon voor mijn liefde.
6. Stel een goddeloze als rechter over hem,een aanklager sta aan zijn rechterhand;
7. voor het gericht gedaagd, ga hij als schuldige uit,zijn gebed worde tot zonde;
8. mogen zijn dagen weinige zijn,moge een ander zijn ambt nemen;