Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 108:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een lied. Een psalm van David.

2. Mijn hart is gerust, o God,ik wil zingen, psalmzingen, ja van harte.

3. Waak op, harp en citer,ik wil het morgenrood wekken.

4. Ik zal U loven, o Here, onder de volken,U psalmzingen onder de natiën,

5. want hoger dan de hemel is uw goedertierenheid,tot aan de wolken reikt uw trouw.

6. Verhef U boven de hemelen, o God,uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.

7. Opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn,geef overwinning door uw rechterhand en antwoord mij.

8. God heeft gesproken in zijn heiligdom.Ik wil juichen, ik wil Sichem verdelen,het dal van Sukkot uitmeten.

9. Mij behoort Gilead, mij behoort Manasse,Efraïm is de schutse van mijn hoofd,Juda is mijn heersersstaf;

Lees verder hoofdstuk Psalmen 108