Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 107:36-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

36. Hongerigen doet Hij daar wonen,zij stichten er een stad ter woning,

37. zij bezaaien akkers en planten wijngaarden,die vrucht als opbrengst opleveren.

38. Hij zegent hen, zodat zij zeer talrijk worden,en hun vee laat Hij niet verminderen.

39. Dan verminderen zij en zinken wegdoor de druk van rampspoed en kommer.

40. Over de edelen giet Hij schande uit,Hij doet hen ronddolen in ongebaande wildernis.

41. Maar de arme beschermt Hij tegen verdrukkingen maakt geslachten talrijk als een kudde.

42. De oprechten zien het en verheugen zich,alle onrecht sluit de mond.

43. Wie is wijs? Hij lette op deze dingen,laat men acht slaan op de gunstbewijzen des Heren.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 107