Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 107:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Looft de Here, want Hij is goed,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

2. Dat de verlosten des Heren zo spreken,die Hij uit de macht van de tegenstander heeft verlost

3. en uit de landen heeft verzameld,van het oosten en van het westen,van het noorden en van de zee.

4. Er waren er, die dwaalden in de woestijn, op een eenzame weg,een stad ter woning vonden zij niet;

5. hongerig waren zij, ja dorstig,hun ziel versmachtte in hen.

6. Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid,en Hij redde hen uit hun angsten;

7. Hij deed hen treden op een effen wegom te gaan naar een stad ter woning.

8. Dat zij de Here loven om zijn goedertierenheiden om zijn wonderen aan de mensenkinderen,

9. omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafden de hongerende ziel met het goede vervuld.

10. Er waren er, die in donkerheid en diepe duisternis zaten,gebonden in ellende en ijzer.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 107