Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 106:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Halleluja. Looft de Here, want Hij is goed,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

2. Wie kan de machtige daden des Heren uitspreken,al zijn lof doen horen?

3. Welzalig zij, die het recht onderhouden,die te allen tijde gerechtigheid doen.

4. Gedenk mijner, o Here, naar het welbehagen in uw volk,bezoek mij met uw heil,

5. opdat ik het goede voor uw uitverkorenen moge zien,mij verheugen met de vreugde van uw volk,mij beroemen met uw erfdeel.

6. Wij hebben gezondigd, evenzeer als onze vaderen,verkeerd gedaan, goddeloos gehandeld.

7. Onze vaderen in Egypte sloegen geen acht op uw wonderen,zij gedachten niet aan uw talrijke gunstbewijzen,doch waren weerspannig bij de zee, bij de Schelfzee.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 106