Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 101:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Van David. Een psalm.Van goedertierenheid en recht wil ik zingen,U, o Here, wil ik psalmzingen.

2. Ik wil acht geven op een onberispelijke wandel.Wanneer zult Gij tot mij komen?Ik wandel in oprechtheid mijns hartenin mijn huis;

3. ik stel geen schandelijke dingenvoor mijn ogen;ik haat het doen der afvalligen,het kleeft mij niet aan.

4. Een verkeerd hart wijke verre van mij,de boze wil ik niet kennen.

5. Wie zijn naaste heimelijk lastert,die zal ik verdelgen;wie hoog van ogen en trots van hart is,die duld ik niet.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 101