4. Ik deed grote dingen: ik bouwde huizen, plantte wijngaarden,
5. legde hoven en parken aan en plantte daarin allerlei vruchtbomen,
6. ik groef watervijvers om daaruit een bos met jonge bomen te bevloeien;
7. ik kocht slaven en slavinnen, en daar werden er ook in mijn huis geboren; ook had ik een talrijk bezit aan runderen en kleinvee, meer dan allen die vóór mij te Jeruzalem geweest waren;