Oude Testament

Nieuwe Testament

Obadja 1:8-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau?

9. Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid.

10. Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid.

11. Ten dage, dat gij afzijdig stondt, ten dage, dat vreemden zijn leger gevangen namen en uitlanders zijn poort binnenkwamen en over Jeruzalem het lot wierpen, waart ook gij als een van hen.

12. Zie niet met leedvermaak die dag van uw broeder, de dag van zijn rampspoed, en maak u niet vrolijk over de kinderen van Juda op de dag van hun ondergang; en zet geen grote mond op ten dage van hun benauwdheid;

Lees verder hoofdstuk Obadja 1