Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 7:54-69 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

54. Op de achtste dag de vorst der Manassieten, Gamliël, de zoon van Pedasur.

55. Zijn offergave bestond uit één zilveren schotel, honderd dertig sikkels in gewicht, en één zilveren sprengbekken van zeventig sikkels, naar de heilige sikkel, beide gevuld met fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer;

56. één schaal van tien sikkels goud, gevuld met reukwerk;

57. één jonge stier, één ram en één éénjarig schaap tot een brandoffer;

58. één geitebok tot een zondoffer;

59. en tot een vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf éénjarige schapen. Dit was de offergave van Gamliël, de zoon van Pedasur.

60. Op de negende dag de vorst der Benjaminieten, Abidan, de zoon van Gidoni.

61. Zijn offergave bestond uit één zilveren schotel, honderd dertig sikkels in gewicht, en één zilveren sprengbekken van zeventig sikkels, naar de heilige sikkel, beide gevuld met fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer;

62. één schaal van tien sikkels goud, gevuld met reukwerk;

63. één jonge stier, één ram en één éénjarig schaap tot een brandoffer;

64. één geitebok tot een zondoffer;

65. en tot een vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf éénjarige schapen. Dit was de offergave van Abidan, de zoon van Gidoni.

66. Op de tiende dag de vorst der Danieten, Achiëzer, de zoon van Ammisaddai.

67. Zijn offergave bestond uit één zilveren schotel, honderd dertig sikkels in gewicht, en één zilveren sprengbekken van zeventig sikkels, naar de heilige sikkel, beide gevuld met fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer;

68. één schaal van tien sikkels goud, gevuld met reukwerk;

69. één jonge stier, één ram en één éénjarig schaap tot een brandoffer;

Lees verder hoofdstuk Numeri 7