Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 7:40-49 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. één geitebok tot een zondoffer;

41. en tot een vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf éénjarige schapen. Dit was de offergave van Selumiël, de zoon van Surisaddai.

42. Op de zesde dag de vorst der Gadieten, Eljasaf, de zoon van Reüel.

43. Zijn offergave bestond uit één zilveren schotel, honderd dertig sikkels in gewicht, en één zilveren sprengbekken van zeventig sikkels, naar de heilige sikkel, beide gevuld met fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer;

44. één schaal van tien sikkels goud, gevuld met reukwerk;

45. één jonge stier, één ram en één éénjarig schaap tot een brandoffer;

46. één geitebok tot een zondoffer;

47. en tot een vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf éénjarige schapen. Dit was de offergave van Eljasaf, de zoon van Reüel.

48. Op de zevende dag de vorst der Efraïmieten, Elisama, de zoon van Ammihud.

49. Zijn offergave bestond uit één zilveren schotel, honderd dertig sikkels in gewicht, en één zilveren sprengbekken van zeventig sikkels, naar de heilige sikkel, beide gevuld met fijn meel, aangemaakt met olie, tot een spijsoffer;

Lees verder hoofdstuk Numeri 7