Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 33:53-55 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

53. Gij zult het land in bezit nemen en daarin wonen, want aan u heb Ik het land gegeven om het in bezit te nemen.

54. Dan zult gij het land door het lot onder elkander als erfdeel toewijzen naar uw geslachten: voor een groot (geslacht) zult gij het erfdeel groot maken, en voor een klein zult gij het erfdeel klein maken; waarop voor hen het lot valt, dat zal ieders eigendom zijn; naar de stammen uwer vaderen zult gij onder elkander het erfdeel toewijzen.

55. Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt.

Lees verder hoofdstuk Numeri 33