48. Zij braken op van het gebergte Abarim en legerden zich in de velden van Moab bij de Jordaan tegenover Jericho;
49. zij legerden zich langs de Jordaan van Bet-Hajjesimot af tot Abel-Hassittim toe in de velden van Moab.
50. En de Here sprak tot Mozes in de velden van Moab bij de Jordaan van Jericho:
51. Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij de Jordaan overtrekt naar het land Kanaän,
52. dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven en al hun beeldhouwwerk vernietigen; ook zult gij al hun gegoten beelden vernietigen en al hun hoogten verwoesten.
53. Gij zult het land in bezit nemen en daarin wonen, want aan u heb Ik het land gegeven om het in bezit te nemen.