Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 33:10-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Zij braken op van Elim en legerden zich aan de Schelfzee.

11. Zij braken op van de Schelfzee en legerden zich in de woestijn Sin.

12. Zij braken op van de woestijn Sin en legerden zich te Dofka.

13. Zij braken op van Dofka en legerden zich te Alus.

14. Zij braken op van Alus en legerden zich te Refidim, waar voor het volk geen water was om te drinken.

15. Zij braken op van Refidim en legerden zich in de woestijn Sinai.

16. Zij braken op van de woestijn Sinai en legerden zich te Kibrot-Hattaäwa.

17. Zij braken op van Kibrot-Hattaäwa en legerden zich te Chaserot.

18. Zij braken op van Chaserot en legerden zich te Ritma.

19. Zij braken op van Ritma en legerden zich te Rimmon-Peres.

20. Zij braken op van Rimmon-Peres en legerden zich te Libna.

21. Zij braken op van Libna en legerden zich te Rissa.

22. Zij braken op van Rissa en legerden zich te Kehelata.

Lees verder hoofdstuk Numeri 33