Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 33:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Dit zijn de pleisterplaatsen der Israëlieten, die uit het land Egypte uitgetrokken waren naar hun legerscharen onder leiding van Mozes en Aäron;

2. Mozes namelijk beschreef hun tochten van pleisterplaats tot pleisterplaats naar het bevel des Heren; en dit zijn hun pleisterplaatsen op hun tochten.

3. Zij braken op van Rameses in de eerste maand, op de vijftiende dag der eerste maand; daags na het Pascha trokken de Israëlieten uit door een opgeheven hand, voor de ogen van alle Egyptenaren,

4. terwijl de Egyptenaren bezig waren degenen te begraven, die de Here onder hen geslagen had, alle eerstgeborenen; de Here toch had aan hun goden strafgerichten geoefend.

5. De Israëlieten dan braken op van Rameses en legerden zich te Sukkot.

6. Zij braken op van Sukkot en legerden zich te Etam, dat aan de rand der woestijn ligt.

Lees verder hoofdstuk Numeri 33