Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 31:28-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. En gij zult voor de Here een schatting heffen van de krijgslieden, die ten strijde uitgetrokken zijn, één op de vijfhonderd van de mensen, de runderen, de ezels en de schapen;

29. van de voor hen bestemde helft zult gij deze nemen en aan de priester Eleazar geven als een heffing voor de Here.

30. Maar van de helft die voor de Israëlieten bestemd is, zult gij één gevangene op de vijftig nemen van de mensen, de runderen, de ezels en de schapen, van al het vee, en ze aan de Levieten geven, die zorg dragen voor de tabernakel des Heren.

31. En Mozes en de priester Eleazar deden, zoals de Here Mozes geboden had.

32. De buit nu, het overige van de roof, die het krijgsvolk geroofd had, was zeshonderdvijfenzeventigduizend schapen

33. en tweeënzeventigduizend runderen,

Lees verder hoofdstuk Numeri 31