Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 24:2-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Toen Bileam zijn ogen ophief, zag hij Israël naar zijn stammen gelegerd, en de Geest Gods kwam over hem.

3. Toen hief hij zijn spreuk aan en zeide:De spreuk van Bileam, de zoon van Beor, en de spreuk van de man met het geopend oog;

4. de spreuk van hem, die de woorden Gods hoort,die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggende met ontsloten ogen.

Lees verder hoofdstuk Numeri 24