Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 20:22-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. Nadat zij uit Kades opgebroken waren, kwamen de Israëlieten, de gehele vergadering, bij de berg Hor.

23. Toen zeide de Here tot Mozes en Aäron bij de berg Hor, aan de grens van het land Edom:

24. Aäron zal tot zijn voorgeslacht vergaderd worden, want hij zal niet komen in het land, dat Ik de Israëlieten geef, omdat gijlieden bij het water van Meriba tegen mijn bevel weerspannig zijt geweest.

25. Neem Aäron en zijn zoon Eleazar en laat hen de berg Hor beklimmen;

26. laat Aäron zijn klederen uittrekken en bekleed zijn zoon Eleazar daarmee, dan zal Aäron tot zijn voorgeslacht vergaderd worden en daar sterven.

27. En Mozes deed, zoals de Here geboden had en zij beklommen de berg Hor ten aanschouwen van de gehele vergadering.

Lees verder hoofdstuk Numeri 20