Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 2:18-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Het vendel van de legerplaats van Efraïm naar hun legerscharen zal aan de westzijde zijn. De vorst nu der zonen van Efraïm was Elisama, de zoon van Ammihud;

19. en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg veertigduizend vijfhonderd.

20. Naast hem de stam Manasse: de vorst nu der zonen van Manasse was Gamliël, de zoon van Pedasur;

21. en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeëndertigduizend tweehonderd.

22. Voorts de stam Benjamin: de vorst nu der zonen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gidoni;

23. en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfendertigduizend vierhonderd.

Lees verder hoofdstuk Numeri 2