Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 7:43-60 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

43. De Levieten:de zonen van Jesua, en wel Kadmiël en de zonen van Hodewa: vierenzeventig.

44. De zangers:de zonen van Asaf: honderd achtenveertig.

45. De poortwachters:de zonen van Sallum, de zonen van Ater, de zonen van Talmon, de zonen van Akkub, de zonen van Chatita, de zonen van Sobai: honderd achtendertig.

46. De tempelhorigen:de zonen van Sicha, de zonen van Chasufa, de zonen van Tabbaot;

47. de zonen van Keros, de zonen van Sia, de zonen van Padon;

48. de zonen van Lebana, de zonen van Chagaba, de zonen van Salmai;

49. de zonen van Chanan, de zonen van Giddel, de zonen van Gachar;

50. de zonen van Reaja, de zonen van Resin, de zonen van Nekoda;

51. de zonen van Gazzam, de zonen van Uzza, de zonen van Paseach;

52. de zonen van Besai, de zonen van Meünim, de zonen van Nefussim;

53. de zonen van Bakbuk, de zonen van Chakufa, de zonen van Charchur;

54. de zonen van Baslit, de zonen van Mechida, de zonen van Charsa;

55. de zonen van Barkos, de zonen van Sisera, de zonen van Temach;

56. de zonen van Nesiach, de zonen van Chatifa.

57. De nakomelingen van Salomo’s knechten: de zonen van Sotai, de zonen van Soferet, de zonen van Perida;

58. de zonen van Jaäla, de zonen van Darkon, de zonen van Giddel;

59. de zonen van Sefatja, de zonen van Chattil, de zonen van Pokeret-Hassebaïm, de zonen van Amon.

60. Al de tempelhorigen en nakomelingen van Salomo’s knechten: driehonderd tweeënnegentig.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 7