Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 3:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen maakte de hogepriester Eljasib zich gereed met zijn broeders, de priesters, en zij herbouwden de Schaapspoort. Zij heiligden haar en brachten de deuren aan; zij heiligden haar, en daarnevens de Meatoren en de Chananeltoren.

2. Daarnaast bouwden de mannen van Jericho; daarnaast bouwde Zakkur, de zoon van Imri.

3. De zonen van Senaä herbouwden de Vispoort; zij voorzagen haar van een zoldering en brachten de deuren, sluitbalken en grendels aan.

4. Daarnaast was bezig met het herstellingswerk Meremot, de zoon van Uria, de zoon van Hakkos. Daarnaast was bezig Mesullam, de zoon van Berekja, de zoon van Mesezabel. Daarnaast was bezig Sadok, de zoon van Baäna.

5. Daarnaast waren bezig de Tekoïeten, maar de aanzienlijken onder hen wilden hun schouders niet zetten onder het werk van hun heer.

6. De Oude Poort herstelden Jojada, de zoon van Paseach, en Mesullam, de zoon van Besodja. Zij voorzagen haar van een zoldering en brachten de deuren, sluitbalken en grendels aan.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 3