Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 3:1-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen maakte de hogepriester Eljasib zich gereed met zijn broeders, de priesters, en zij herbouwden de Schaapspoort. Zij heiligden haar en brachten de deuren aan; zij heiligden haar, en daarnevens de Meatoren en de Chananeltoren.

2. Daarnaast bouwden de mannen van Jericho; daarnaast bouwde Zakkur, de zoon van Imri.

3. De zonen van Senaä herbouwden de Vispoort; zij voorzagen haar van een zoldering en brachten de deuren, sluitbalken en grendels aan.

4. Daarnaast was bezig met het herstellingswerk Meremot, de zoon van Uria, de zoon van Hakkos. Daarnaast was bezig Mesullam, de zoon van Berekja, de zoon van Mesezabel. Daarnaast was bezig Sadok, de zoon van Baäna.

5. Daarnaast waren bezig de Tekoïeten, maar de aanzienlijken onder hen wilden hun schouders niet zetten onder het werk van hun heer.

6. De Oude Poort herstelden Jojada, de zoon van Paseach, en Mesullam, de zoon van Besodja. Zij voorzagen haar van een zoldering en brachten de deuren, sluitbalken en grendels aan.

7. Daarnaast waren bezig de Gibeoniet Melatja en de Meronotiet Jadon, de mannen van Gibeon en van Mispa, die stonden onder het gezag van de landvoogd van het gebied over de Rivier.

8. Daarnaast was bezig Uzziël, de zoon van Charhaja, een van de goudsmeden. Daarnaast was bezig Chananja, een zalfbereider; en zij behoefden aan Jeruzalem bij de brede muur niets te doen.

9. Daarnaast was bezig Refaja, de zoon van Chur, de overste van de ene helft van het district Jeruzalem.

10. Daarnaast was bezig Jedaja, de zoon van Charumaf, en wel tegenover zijn eigen huis. Daarnaast was bezig Chattus, de zoon van Chasabneja.

11. Een tweede stuk herstelden Malkia, de zoon van Charim, en Chassub, de zoon van Pachat-Moab; ook (herstelden zij) de Bakoventoren.

12. Daarnaast was bezig Sallum, de zoon van Halloches, de overste van de andere helft van het district Jeruzalem, hij en zijn dochters.

13. De Dalpoort herstelden Chanun en de inwoners van Zanoach; zij herbouwden haar en brachten de deuren, sluitbalken en grendels aan; bovendien (herbouwden zij) duizend el van de muur tot aan de Aspoort.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 3