Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 12:43-47 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

43. Men bracht op die dag talrijke offers; en men verheugde zich, want God had hen verheugd met grote vreugde; ook de vrouwen en de kinderen verheugden zich, zodat de vreugde van Jeruzalem van verre gehoord werd.

44. Te dien dage werden er mannen aangesteld over de kamers voor de voorraden, voor de heffingen, voor de eerstelingen en voor de tienden, om daarin bijeen te zamelen, naar verhouding van de akkers der steden, de wettelijke bijdragen voor de priesters en voor de Levieten; want Juda verheugde zich over de dienstdoende priesters en Levieten.

45. Zij droegen immers zorg voor de dienst van hun God en voor de reinigingen; evenzo de zangers en de poortwachters, overeenkomstig het gebod van David en zijn zoon Salomo.

46. Want in de dagen van David en Asaf, in de tijd van weleer, ligt de oorsprong van de zangers, van het loflied en de lofzangen aan God.

47. Geheel Israël gaf in de dagen van Zerubbabel en in de dagen van Nehemia de bijdragen voor de zangers en voor de poortwachters, naar de behoeften van elke dag; zij schonken heilige gaven aan de Levieten, en de Levieten schonken ze aan de zonen van Aäron.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 12