Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 12:12-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. In de dagen van Jojakim waren priesters – familiehoofden –: van Seraja: Meraja; van Jirmeja: Chananja;

13. van Ezra: Mesullam; van Amarja: Jochanan;

14. van Meliku: Jonatan; van Sebanja: Josef;

15. van Charim: Adna; van Merajot: Chelkai;

16. van Iddo: Zekarja; van Ginneton: Mesullam;

17. van Abia: Zikri; van Minjamin, van Moadja: Piltai;

18. van Bilga: Sammua; van Semaja: Jonatan;

19. van Jojarib: Mattenai; van Jedaja: Uzzi;

20. van Sallai: Kallai; van Amok: Eber;

21. van Chilkia: Chasabja; van Jedaja: Netanel.

22. Van de Levieten werden in de dagen van Eljasib, Jojada, Jochanan en Jaddua, de familiehoofden ingeschreven; en de priesters tijdens de regering van de Pers Darius.

23. De zonen van Levi, de familiehoofden, werden ingeschreven in het boek der kronieken, en wel tot de dagen van Jochanan, de zoon van Eljasib.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 12