Oude Testament

Nieuwe Testament

Micha 2:10-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Staat op en vertrekt, want dit is de plaats der ruste niet; doordat het (land) onrein is, brengt het verderf teweeg, ja, een voortwoekerend verderf.

11. Als er maar iemand wind naliep en leugen voorspiegelde: Ik profeteer u van wijn en bedwelmende drank – dan zou hij de profeet van dit volk zijn.

12. Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen.

13. De doorbreker trekt vóór hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt vóór hen uit, en de Here aan hun spits.

Lees verder hoofdstuk Micha 2