Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 7:23-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Spreek tot de Israëlieten: Gij zult in het geheel geen vet van rund, schaap of geit eten.

24. Het vet van een gestorven of verscheurd dier mag voor allerlei doeleinden gebruikt worden, maar eten zult gij het in geen geval.

25. Want ieder die vet eet van het vee, waarvan men een vuuroffer voor de Here brengt, – wie dat eet, zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden.

26. Ook zult gij in al uw woonplaatsen in het geheel geen bloed eten, van gevogelte noch van vee.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 7