Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 26:26-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. Als Ik u de staf des broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw brood in één oven bakken en zij zullen uw brood afgewogen teruggeven, en gij zult eten, maar niet verzadigd worden.

27. En indien gij desondanks niet naar Mij luistert en u tegen Mij blijft verzetten,

28. dan zal Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik, ja Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden,

29. en gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees uwer dochters zult gij eten.

30. En uw hoogten zal Ik verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van u hebben.

31. Uw steden zal Ik tot een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken.

32. Ik zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden, die daarin wonen, zich daarover zullen ontzetten.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 26