Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 25:11-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Een jubeljaar zal dit vijftigste jaar voor u zijn, dan zult gij niet zaaien, en wat dan vanzelf opkomt zult gij niet oogsten en dan zult gij de ongesnoeide wijnstok niet aflezen.

12. Want het zal u een jubeljaar zijn, heilig zal het u zijn; van de akker zult gij eten wat hij opbrengt.

13. In dit jubeljaar zal ieder van u zijn bezitting terugkrijgen.

14. Wanneer gij iets aan uw volksgenoot verkoopt of iets van hem koopt, dan zal de een de ander niet benadelen.

15. Rekening houdend met de jaren na een jubeljaar, zult gij het van uw volksgenoot kopen; rekening houdend met de oogstjaren zal hij het u verkopen.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 25